Mbo’ers: de nieuwe rijken?

Meer dan de helft van de jongeren met een (v)mbo opleiding heeft het idee dat de maatschappij op ze neerkijkt. Dat is een treurige conclusie. Tijd voor een statusupgrade voor mbo’ers. Daar wordt iedere Nederlander gelukkiger van.  

NOS Stories deed in 2024 een onderzoek onder 1600 jongeren die een (v)mbo opleiding volgen. Meer dan de helft voelt op zich neergekeken. In Nederland beoordelen we elkaar dus ongelijk als het gaat om opleidingsniveau. Deze uitkomst is zowel vanuit sociaal oogpunt onwenselijk, als in strijd met artikel 1 van de Nederlandse Grondwet.

Wij vormen thuis een samengesteld gezin. Samengesteld in de zin van familieverhoudingen en samengesteld in opleidingsniveau. Alle vijf volgden we een andere richting op de middelbare school: praktijkonderwijs, vmbo-kader, mavo, havo en vwo. Twee van ons zitten, of zaten op het hbo. De andere drie volgen of volgden een mbo-opleiding.  

In 2023 was volgens cijfers van het CBS 36,4% van de Nederlanders hoger opgeleid. Waarom maakt Nederland eigenlijk onderscheid tussen hoger opgeleiden (hbo en universiteit) en lager opgeleiden (mbo of lager)? Op 3,6% na zijn wij de familie Doorsnee. Is het zo dat in ons welvarende land, de maatschappij neerkijkt op 60% van ons gezin?

Mijn man ging in de jaren ’80 naar de meao. Hij heeft zich nooit minderwaardig gevoeld met zijn mbo-opleiding. Twee van onze kinderen volgen een mbo-opleiding. Zij ervaren dat anders. Zo wilde één van de twee kok worden. Een familielid raadde hem dat af, want: ‘als kok verdien je niet genoeg om een auto te kopen’. Ook krijgt hij de vraag of hij na het mbo verder gaat studeren. Het andere kind vindt zichzelf dom, omdat ze op het mbo zit.

Waarom heeft mijn man geen negatieve gevoelens bij zijn opleidingsniveau en onze kinderen wel? Waar ging het mis?

Daarvoor moeten we terug in de tijd. In de wederopbouwfase na de tweede wereldoorlog werd vakmanschap gewaardeerd. Tot en met de jaren ’70 was timmerman of verpleegster een eervol beroep. Je opleiding volgde je op een ambachtsschool of je werkte en leerde in het ziekenhuis. Vanaf de jaren ’80 veranderde dat. Nederland ontwikkelde zich tot een diensteneconomie. In onderwijsland gingen kleinere vakscholen op in grotere regionale opleidingscentra.

De grootste verandering kwam in 1998 met de introductie van het studiehuis. Het doel: leerlingen zelfstandiger en verantwoordelijker maken en ze beter voorbereiden op het hoger onderwijs. Deze focus op hoger onderwijs zien we terug in de cijfers. In 1981 was 11,1% van de Nederlanders hoger opgeleid, tegenover 36,4% in 2023.

Het is van alle tijden dat ouders het beste willen voor hun kind. De heersende norm is dat je ‘het beste’ behaalt als je hoger opgeleid bent. Hoger is beter. Hoger is meer status. Een hogere opleiding is meer geld verdienen.

Dat werpt de vraag op: maakt geld gelukkig? Volgens het Fries Sociaal Planbureau (SFP) niet. In 2018 presenteerde het SFP de term ‘de Friese paradox’. Dit verwijst naar het verschijnsel dat inwoners van Friesland gemiddeld minder verdienen en lager opgeleid zijn dan in veel andere delen van Nederland. Toch voelen Friezen zich gelukkiger en gezonder dan het landelijke gemiddelde.

Sinds 2020 daalde het aantal mbo-studenten met 30.000. Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad spreekt van een alarmerende situatie die op termijn leidt tot uitdagingen voor Nederland. ‘De Nederlandse economie leunt op goed opgeleide vakmensen. Zonder hen komt de basis van onze samenleving onder druk te staan.’

Op dit moment staan er bijna 400.000 vacatures open in Nederland. In zijn artikel ‘Het mbo? Het Meest Belangrijke Onderwijs bedoel je’ bij de Correspondent beschrijft Karim Amghar de tekorten op de arbeidsmarkt. 66.000 vacatures in de zorg, 80.000 in de techniek, 27.000 in de horeca en 6.000 in de kinderopvang. ‘Een groot deel daarvan zijn mbo-functies.’

Naast een vacatureoverschot kent de arbeidsmarkt ook het fenomeen van de bullshitbaan. Een bullshitbaan? Dat is een baan waarbij mensen het gevoel hebben dat ze weinig tot niets bijdragen aan de maatschappij. De bedenker van deze term, David Graeber, bedoelt hiermee ‘goed betaalde witte mannen jobs’ als consultant, accountant, marketeer en middenmanager. Graeber associeert bullshitbanen met theoretisch opgeleiden, oftewel de hoger opgeleiden.

Er bestaat geen Nederlandse term voor bullshitbaan. Toeval of niet?

Op het mbo volg je een opleiding tot monteur, timmerman of vakexpert veehouderij. Of je leert voor verpleegkundige, doktersassistent, kok of bakker. Studeer je aan de hogeschool of universiteit dan kun je naast een lerarenopleiding, rechten of economie ook kiezen voor een studie design driven innovation, hospitality management of spatial planning and design.

De lijst met cruciale beroepen die de overheid opstelde tijdens de coronaperiode benadrukt dat Nederland naast artsen, journalisten en bestuurders ook mbo’ers nodig heeft. De gemiddelde bus- of vrachtwagenchauffeur rondde geen hbo of universitaire opleiding af. Datzelfde geldt voor de boeren (slechts 20% heeft een hbo of universitaire opleiding), medewerkers van supermarkten en distributiecentra, vuilnismannen en -vrouwen, medewerkers van de kinderopvang en politieagenten.

Mbo’ers zijn nodig in tijden van crisis én in tijden van welvaart. Want wie bouwen onze huizen?

Wie repareert de cv-ketel? Wie verbouwt ons voedsel? Wie zorgen er voor ons als we ziek of oud zijn?

Amghar schrijft dat de personeelstekorten in de zorg en de techniek de komende jaren verder oplopen. Volgens het principe van marktwerking wordt alles wat schaars is duurder. Als dat ook opgaat voor de arbeidsmarkt, zijn de mbo’ers de nieuwe rijken van Nederland.
Het is maar de vraag of dat dé oplossing is. Vanuit het gelijkheidsbeginsel heeft Nederland meer aan een gelijkwaardige samenleving.

Daarom een oproep aan onze regering: Zet de studenten design driven innovation aan het werk. Zij werken immers aan ‘actuele en maatschappelijke vraagstukken’ en ‘dragen bij aan een duurzame toekomst’. Laat ze de Friese paradox ontrafelen. Laat ze een oplossing bedenken voor de termen hoger opgeleid en lager opgeleid. Laat ze bovenal een model ontwikkelen dat er voor zorgt dat we betalen naar waarde voor de maatschappij, in plaats van naar opleidingsniveau. Dan zijn deze masterstudenten niet de nieuwe ‘bullshitbaners’, maar diegenen die ervoor zorgen dat alle Nederlanders de nieuwe rijken zijn.

Tot het zover is, zijn wij thuis blij met onze mbo’ers. Twee van onze kinderen volgen een opleiding in de zorg. De hbo’er? Die loopt stage bij een woningbouwvereniging. We wonen ook nog eens in Friesland. De familie Doorsnee is gelukkig.    

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *